German
Detailed Translations for Frischluft from German to Dutch
Frischluft: (*Using Word and Sentence Splitter)
- frisch: vers; versgebakken; fris; koel; luchtig; frisjes; nieuw; nieuwbakken; druk; bezet; drukbezet; kleurrijk; fleurig; bloeiend; kleurig; florissant; modern; hedendaags; eigentijds; onschuldig; levendig; vlekkeloos; rein; verhit; ongebruikt; onaangetast; geagiteerd; onbevlekt; onaangeroerd; ongeopend; onbedorven; onaangebroken; doodgemoedereerd; doodkalm; hooggekleurd
- Luft: lucht; adem; zuurstof