Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: hinweisend

German and Dutch Translation Search Results for hinweisend

Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. hinweisen:
  2. Wiktionary:

German

Detailed Translations for hinweisend from German to Dutch

hinweisen:

hinweisen verb (weise hin, weist hin, wies hin, wiest hin, hingewiesen)

  1. hinweisen (verweisen; überweisen; ausschicken; )
    verwijzen
    • verwijzen verb (verwijs, verwijst, verwees, verwezen, verwezen)
  2. hinweisen (aufmerksam machen; benachrichtigen; aufklären; informieren; signalisieren)
    attenderen; wijzen
    • attenderen verb (attendeer, attendeert, attendeerde, attendeerden, geattendeerd)
    • wijzen verb (wijs, wijst, wees, wezen, gewezen)
  3. hinweisen (aufmerksam machen; informieren; benachrichtigen; aufklären; deklamieren)
    informeren; kennisgeven van; zeggen; bewust maken
    • informeren verb (informeer, informeert, informeerde, informeerden, geïnformeerd)
    • zeggen verb (zeg, zeg/zegt, zegt, zei, zeiden, gezegd)
    • bewust maken verb (maak bewust, maakt bewust, maakte bewust, maakten bewust, bewust gemaakt)
  4. hinweisen (anweisen; anzeigen)
    wijzen naar

Conjugations for hinweisen:

Präsens
  1. weise hin
  2. weist hin
  3. weist hin
  4. weisen hin
  5. weist hin
  6. weisen hin
Imperfekt
  1. wies hin
  2. wiesest hin
  3. wies hin
  4. wiesen hin
  5. wiest hin
  6. wiesen hin
Perfekt
  1. habe hingewiesen
  2. hast hingewiesen
  3. hat hingewiesen
  4. haben hingewiesen
  5. habt hingewiesen
  6. haben hingewiesen
1. Konjunktiv [1]
  1. weise hin
  2. weisest hin
  3. weise hin
  4. weisen hin
  5. weiset hin
  6. weisen hin
2. Konjunktiv
  1. wiese hin
  2. wiesest hin
  3. wiese hin
  4. wiesen hin
  5. wieset hin
  6. wiesen hin
Futur 1
  1. werde hinweisen
  2. wirst hinweisen
  3. wird hinweisen
  4. werden hinweisen
  5. werdet hinweisen
  6. werden hinweisen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde hinweisen
  2. würdest hinweisen
  3. würde hinweisen
  4. würden hinweisen
  5. würdet hinweisen
  6. würden hinweisen
Diverses
  1. weise hin!
  2. weiset hin!
  3. weisen Sie hin!
  5. hingewiesen
  6. hinweisend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for hinweisen:

NounRelated TranslationsOther Translations
informeren Anfragen; Ankündigen; Ansagen; Auskunft; Benachrichtigung; Beratung; Information
VerbRelated TranslationsOther Translations
attenderen aufklären; aufmerksam machen; benachrichtigen; hinweisen; informieren; signalisieren
bewust maken aufklären; aufmerksam machen; benachrichtigen; deklamieren; hinweisen; informieren
informeren aufklären; aufmerksam machen; benachrichtigen; deklamieren; hinweisen; informieren berichten; erläutern; fragen; informieren; melden; meldungmachen; mitteilen; nachfragen; sagen; sich nach erkundigen; verkünden; von etwas in Kenntnis setzen; warnen; wiedergeben
kennisgeven van aufklären; aufmerksam machen; benachrichtigen; deklamieren; hinweisen; informieren
verwijzen ausschicken; einweisen; führen; geleiten; herüberschicken; hinweisen; hinüberschicken; leiten; lenken; schicken; senden; verweisen; weisen; überweisen
wijzen aufklären; aufmerksam machen; benachrichtigen; hinweisen; informieren; signalisieren etwas andeuten; etwas zeigen
wijzen naar anweisen; anzeigen; hinweisen
zeggen aufklären; aufmerksam machen; benachrichtigen; deklamieren; hinweisen; informieren anschneiden; benachrichtigen; erzählen; mitteilen; sagen; schildern

Synonyms for "hinweisen":


Wiktionary Translations for hinweisen:

Cross Translation:
FromToVia
• hinweisen → aanduiden; aangeven; een teken geven; merken; kenmerken; tekenen; laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen; aanwijzen; uitduiden; kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken; verkiezen; uitzoeken ↔ désigner — Traduction à trier
• hinweisen → laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen; aanduiden; aangeven; aanwijzen; uitduiden ↔ indiquer — montrer, désigner une personne ou une chose.
• hinweisen → laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen ↔ montrer — faire voir ; exposer aux regards.
• hinweisen → een sein geven; seinen; opmerken; opmerkzaam maken; signaleren; attenderen; attent maken; een wenk geven ↔ signaler — appeler ou attirer l’attention de quelqu’un sur une personne ou sur une chose.

External Machine Translations:






Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0396 seconds
Page rendered in 1.0 seconds