German
Detailed Translations for Mauerarbeit from German to Dutch
Mauerarbeit: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Mauer: muur; heining; wand; kamerwand
- Arbeit: taak; inspanning; ambacht; werk; vak; beroep; werkstuk; verhandeling; hobby; activiteit; arbeid; bezigheid; werkzaamheid; bedrijvigheid; baan; werkplek; werkkring; job; karwei; loonwerk; loonarbeid; klusje; karweitje; gisting; krachttoer
Wiktionary Translations for Mauerarbeit:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Mauerarbeit | → bemetseling | ↔ maçonnerie — Ouvrage de construction où l’on emploie de la pierre, de la brique, du ciment, du mortier, du plâtre, etc. |