Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: dominieren

German and Dutch Translation Search Results for dominieren

Summary

German to Dutch: more detail...

dominieren:
- overheersen; domineren; de overhand hebben
- gedomineerd; onderworpen
Wiktionary:
- dominieren → domineren

German

Detailed Translations for dominieren from German to Dutch

dominieren:

dominieren verb

dominieren (überwiegen; herrschen; beherrschen; vorherrschen)
overheersen; domineren; de overhand hebben
- overheersen verb (overheers, overheerst, overheerste, overheersten, overheerst)
- domineren verb (domineer, domineert, domineerde, domineerden, gedomineerd)
- de overhand hebben verb (heb de overhand, hebt de overhand, heeft de overhand, had de overhand, hadden de overhand, de overhand gehad)

dominieren adj

dominieren (dominiert; beherrschen; beherrscht)
gedomineerd; onderworpen
- gedomineerd adj
- onderworpen adj

Translation Matrix for dominieren:

Verb	Related Translations	Other Translations
de overhand hebben	beherrschen; dominieren; herrschen; vorherrschen; überwiegen	die Oberhand haben; herrschen; schalten; walten
domineren	beherrschen; dominieren; herrschen; vorherrschen; überwiegen
overheersen	beherrschen; dominieren; herrschen; vorherrschen; überwiegen	befehlen; beherrschen; gebieten; herrschen; kommandieren; kontrollieren; lenken; mächtiger sein; regieren; steuern
Modifier	Related Translations	Other Translations
gedomineerd	beherrschen; beherrscht; dominieren; dominiert
onderworpen	beherrschen; beherrscht; dominieren; dominiert	abhängig; folgsam; füglich; fügsam; gefügig; gehorsam; hündisch; inhaltslos; nebensächlich; schlecht; sekundär; sklavisch; untergeben; untergeordnet; untertänig; unterworfen; wertlos

Synonyms for "dominieren":

beherrschen; die erste Geige spielen; vorherrschen; überragen; überwiegen

Wiktionary Translations for dominieren:

dominieren

verb

het meest nadrukkelijk op de voorgrond treden
- domineren → dominieren