Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Hausmeisterin

German and Dutch Translation Search Results for Hausmeisterin

Summary

German to Dutch: more detail...

Hausmeisterin:
- Wiktionary:
  Hausmeisterin → conciërge, concierge

German

Detailed Translations for Hausmeisterin from German to Dutch

Hausmeisterin: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

Hau: klap; harde slag
Meisterin: meesteres; gebiedster; bazin; heerseres
Haus: huis; perceel; bouwwerk; gebouw; pand; honk; gebied; terrein; kavel; bouwterrein; blok; vastgoed; onroerende zaken; onroerende goederen; speelgoedblok; complex

Wiktionary Translations for Hausmeisterin:

Cross Translation:

From	To	Via
• Hausmeisterin	→ conciërge	↔ concierge — one who attends to the maintenance of a building and provides services to its tenants and guests
• Hausmeisterin	→ concierge	↔ janitor — caretaker