German
Detailed Translations for engelsgleich from German to Dutch
engelsgleich: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Engel: engel; engeltje; lief persoon; hemelgeest; godsbode; godsgezant
- gleich: gelijk; hetzelfde; net zo; identiek; eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; zo; direct; zo meteen; vlak; strak; glad; plat; egaal; effen; geslepen; vlakuit; overeenkomend; op elkaar lijkend; onveranderd; gelijkvormig
Wiktionary Translations for engelsgleich:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• engelsgleich | → engelachtig | ↔ angélique — Qui appartenir à l’ange, qui est propre à l’ange. |
External Machine Translations: