Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. erstarren:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for erstarren from German to Dutch

erstarren:

erstarren verb

  1. erstarren (zu Eis werden; erfrieren; einfrieren)
    bevriezen; tot ijs worden
  2. erstarren (erfrieren; erhärten; verhärten; )
    verstijven; verstarren; verstenen
    • verstijven verb (verstijf, verstijft, verstijfde, verstijfden, verstijfd)
    • verstarren verb (verstar, verstart, verstarde, verstarden, verstard)
    • verstenen verb (versteen, versteent, versteende, versteenden, versteend)
  3. erstarren
    verkleumen
    • verkleumen verb (verkleum, verkleumt, verkleumde, verkleumden, verkleumd)
  4. erstarren (starren)
    stokstijf staan
    • stokstijf staan verb (blijf stokstijf staan, blijft stokstijf staan, bleef stokstijf staan, bleven stokstijf staan, stokstijf staan gebleven)

Translation Matrix for erstarren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bevriezen einfrieren; erfrieren; erstarren; zu Eis werden
stokstijf staan erstarren; starren
tot ijs worden einfrieren; erfrieren; erstarren; zu Eis werden
verkleumen erstarren
verstarren eindicken; erfrieren; erhärten; erlahmen; erstarren; steif werden; stillstehen; verhärten; versteifen; versteinern; verstocken
verstenen eindicken; erfrieren; erhärten; erlahmen; erstarren; steif werden; stillstehen; verhärten; versteifen; versteinern; verstocken versteinern; zu Stein werden
verstijven eindicken; erfrieren; erhärten; erlahmen; erstarren; steif werden; stillstehen; verhärten; versteifen; versteinern; verstocken schaudern; vor Angst schlottern

Synonyms for "erstarren":

  • fest werden

Wiktionary Translations for erstarren:

erstarren
verb
  1. overgaan van een vloeibare naar een vaste toestand
  2. stijf worden

Cross Translation:
FromToVia
erstarren verstijven freeze — become motionless
erstarren verstenen; verstarren petrify — to immobilize with fright