Summary
German to Dutch: more detail...
- essentiell:
-
Wiktionary:
- essentiell → noodzakelijk, essentieel, intrinsiek, vitaal, wezenlijk
German
Detailed Translations for essentiell from German to Dutch
essentiell:
-
essentiell (entscheidend; wichtig; wesentlich)
-
essentiell (erforderlich; nötig; benötigt; notwendig)
-
essentiell (unentbehrlich; notwendig; erforderlich; nötig; wesentlich; wichtig; zentral)
-
essentiell (unentbehrlich; notwendig; wesentlich; entscheidend; erforderlich)
onmisbaar; noodzakelijk; essentieel; onontbeerlijk; wezenlijk-
onmisbaar adj
-
noodzakelijk adj
-
essentieel adj
-
onontbeerlijk adj
-
wezenlijk adj
-
-
essentiell (fundamental)
-
essentiell (erwünscht; wünschenswert; nötig; notwendig)
-
essentiell (elementar; grundlegend; grundsätzlich; notwendig; wesentlich; fundamental)
-
essentiell (faktisch; wirklich; grundsätzlich; wahrhaftig; wesentlich; sachlich; effektiv; grundlegend)
daadwerkelijk; werkelijk; in feite; feitelijk; in werkelijkheid-
daadwerkelijk adj
-
werkelijk adj
-
in feite adj
-
feitelijk adj
-
in werkelijkheid adj
-
Translation Matrix for essentiell:
Synonyms for "essentiell":
Wiktionary Translations for essentiell:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• essentiell | → noodzakelijk | ↔ imperative — essential |
• essentiell | → essentieel; intrinsiek; vitaal; wezenlijk | ↔ essentiel — Qui appartenir à l’essence, qui est de l’essence. |
External Machine Translations: