Summary
German to Dutch: more detail...
-
verbringen:
-
Wiktionary:
verbringen → slijten, verslijten, verbrengen, doorbrengen, schenken, geven, doneren, aandoen, aandraaien, aansteken, schakelen, inschakelen, aanbotsen, geduwd worden, zich stoten, aangeven, aanreiken, verdrijven, uitgaan, uitkomen, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden, opbrengen, toebrengen, toekennen, verlenen - User Contributed Translations for verbringen:
doorbrengen, verbrengen -
Synonyms for "verbringen":
verleben; zubringen
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for verbringen from German to Dutch
verbringen: (*Using Word and Sentence Splitter)
Spelling Suggestions for: verbringen
verbringen:
Synonyms for "verbringen":
Wiktionary Translations for verbringen:
verbringen
Cross Translation:
-
besonders mit Angaben von Zeit und Zeiträumen (Jugend, Alter, Leben, Ferien, Wochenende, usw.): eine Zeitdauer verstreichen lassen
- verbringen → slijten; verslijten; verbrengen
-
verbringen mit: beschäftigt sein; sich einer Sache widmen
- verbringen → doorbrengen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verbringen | → schenken; geven; doneren; aandoen; aandraaien; aansteken; schakelen; inschakelen; aanbotsen; geduwd worden; zich stoten; aangeven; aanreiken; doorbrengen; verdrijven; uitgaan; uitkomen; uitlopen; uitstappen; uitstijgen; uittreden; opbrengen; toebrengen; toekennen; verlenen | ↔ donner — Faire un don ; transférer, sans rétribution, la propriété d’une chose que l’on posséder ou dont on jouir, à une autre personne. |
User Contributed Translations:
Word | Translation | Votes |
---|---|---|
verbringen | doorbrengen | 27 |
verbringen | verbrengen | 4 |
External Machine Translations:
Dutch
Suggestions for verbringen in Dutch
Spelling Suggestions for: verbringen
External Machine Translations: