German
Detailed Translations for Ausrufzeichen from German to Dutch
Ausrufzeichen: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Ausruf: schreeuw; roep; kreet; gil; uitroep; melding; mededeling; aankondiging; kennisgeving; bekendmaking; proclamatie; afkondiging; verkondiging; tussenwerpsel
- Zeichen: merk; merknaam; teken; onderscheidingsteken; sein; wenk; signaal; gebaar; geste; logo; kenteken; nummerplaat
- @-Zeichen: apenstaartje; @-teken
Wiktionary Translations for Ausrufzeichen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Ausrufzeichen | → uitroepteken | ↔ bang — The symbol ! |