Summary
German to Dutch: more detail...
-
du-weißt-schon-wer:
-
Wiktionary:
du-weißt-schon-wer → jeweetwel
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for du-weißt-schon-wer from German to Dutch
du-weißt-schon-wer: (*Using Word and Sentence Splitter)
- du: je; jij
- wissen: weten; op de hoogte zijn
- schön: mooi; knap; fraai; attractief; goed ogend; welgevallig; leuk; fijn; aangenaam; prettig; plezierig; plezant; behaaglijk; schoon; welgemaakt; aanlokkelijk; lief; sympathiek; aantrekkelijk; schattig; verrukkelijk; aanbiddelijk; begeerenswaardig; aardig; charmant; bevallig; vriendelijk; hartelijk; minnelijk; slank en smal; gemakkelijk; comfortabel; geriefelijk; verleidelijk; uitnodigend; allerliefst; bekoorlijk; uitlokkend; verlokkend; verzoekend; alleraardigst; decoratief; bewonderenswaardig; lieflijk; appetijtelijk; oogstrelend
- WER: Windows Foutrapportage; WER
- wer: wie
Wiktionary Translations for du-weißt-schon-wer:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• du-weißt-schon-wer | → jeweetwel | ↔ you-know-who — known and unmentioned person |