Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: golden

German and Dutch Translation Search Results for golden

Summary

German to Dutch: more detail...

golden:
- gouden; van goud; gulden; goudgeel; goudkleurig; goudachtig
Golden:
- goudgele kleur; goudkleur
Wiktionary:
- golden → gouden, goudkleurig, goud

Dutch to German: more detail...

gelden:
- gelten
Wiktionary:
- gelden → schauen, anschauen, ansehen, betrachten, anblicken, zuschauen, zusehen, erkennen

German

Detailed Translations for golden from German to Dutch

golden:

golden adj

golden (goldfarbig; goldfarben)
gouden; van goud
- gouden adj
- van goud adj
golden
gulden
- gulden adj
golden (goldfarbig; goldgelb)
goudgeel; goudkleurig; gouden
- goudgeel adj
- goudkleurig adj
- gouden adj
golden (goldfarben)
goudachtig
- goudachtig adj

Translation Matrix for golden:

Adjective	Related Translations	Other Translations
goudachtig	golden; goldfarben
gouden	golden; goldfarben; goldfarbig; goldgelb
goudgeel	golden; goldfarbig; goldgelb
goudkleurig	golden; goldfarbig; goldgelb	Goldfarbig
gulden	golden	Goldfarbig
Modifier	Related Translations	Other Translations
van goud	golden; goldfarben; goldfarbig

Wiktionary Translations for golden:

Cross Translation:

From	To	Via
• golden	→ gouden	↔ gold — made of gold
• golden	→ goudkleurig	↔ gold — having the colour of gold
• golden	→ goud	↔ or — of yellow or gold tincture on a coat of arms

Golden:

Golden [das ~] noun

Golden (Goldglanz; FarbedesGoldes)
goudgele kleur; de goudkleur
- goudgele kleur [znw.] noun
- goudkleur [de ~] noun

Translation Matrix for Golden:

Noun	Related Translations	Other Translations
goudgele kleur	FarbedesGoldes; Golden; Goldglanz
goudkleur	FarbedesGoldes; Golden; Goldglanz

Dutch

Detailed Translations for golden from Dutch to German

golden form of gelden:

gelden verb (geldt, gold, gegolden)

gelden (van kracht zijn)
gelten
- gelten verb (gelte, giltst, gilt, galt, galtet, gegolten)

Conjugations for gelden:

o.t.t.

geldt
gelden

o.v.t.

gold
golden

v.t.t.

heeft gegolden
hebben gegolden

v.v.t.

had gegolden
hadden gegolden

o.t.t.t.

zal gelden
zullen gelden

o.v.t.t.

zou gelden
zouden gelden

diversen

gegolden
geldend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gelden:

Verb	Related Translations	Other Translations
gelten	gelden; van kracht zijn	geldig zijn; valideren

Related Words for "gelden":

geld

Related Definitions for "gelden":

van toepassing zijn¹
- deze regel geldt niet meer¹

Wiktionary Translations for gelden:

Cross Translation:

From	To	Via
• gelden	→ schauen; anschauen; ansehen; betrachten; anblicken; zuschauen; zusehen; erkennen	↔ regarder — voir, observer

¹Muiswerk Woordenboek