Summary
German to Dutch: more detail...
-
Flugzeugführer:
-
Wiktionary:
Flugzeugführer → piloot, vliegenier -
Synonyms for "Flugzeugführer":
Flieger; Flugkapitän; Luftfahrzeugführer; Pilot; Berufstätiger
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for Flugzeugführer from German to Dutch
Flugzeugführer: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Flugzeug: vliegtuig; luchtbus; vliegmachine
- Führer: hoofd; leider; aanvoerder; hoofdman; begeleider; loods; leidsman; gids; leidraad; beknopte handleiding; reisleider; reisgids; reisleidster; baas; meester; beheerser; gebieder; voorzitter; manager; bestuurder; kopstuk; chauffeur; rijder; wagenbestuurder; reisbegeleider; schipper; scheepskapitein; rondleider; kapitein; commandant; bevelhebber; geleider; elektriciteitsgeleider
Spelling Suggestions for: Flugzeugführer
Flugzeugführer:
Synonyms for "Flugzeugführer":
Wiktionary Translations for Flugzeugführer:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Flugzeugführer | → piloot; vliegenier | ↔ pilot — controller of aircraft |
External Machine Translations: