Summary
German to Dutch: more detail...
-
Abscheu emfinden vor:
-
Wiktionary:
Abscheu emfinden vor → verafschuwen, verfoeien, een afschuw hebben van, een weerzin hebben tegen, een hekel hebben aan, minachten, versmaden
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for Abscheu emfinden vor from German to Dutch
Wiktionary Translations for Abscheu emfinden vor:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Abscheu emfinden vor | → verafschuwen; verfoeien; een afschuw hebben van; een weerzin hebben tegen | ↔ abhorrer — avoir en horreur. |
• Abscheu emfinden vor | → verafschuwen; verfoeien; een afschuw hebben van; een weerzin hebben tegen | ↔ abominer — Avoir en horreur, détester, haïr. |
• Abscheu emfinden vor | → verafschuwen; verfoeien; een afschuw hebben van; een weerzin hebben tegen; een hekel hebben aan; minachten; versmaden | ↔ détester — (vieilli) maudire. |