German
Detailed Translations for Krankensalbung from German to Dutch
Krankensalbung: (*Using Word and Sentence Splitter)
- kränken: kwetsen; pijn doen; krenken; grieven; zeer doen; verwonden; blesseren; bezeren; aantasten; bezoedelen; eer door het slijk halen; benadelen; schaden; duperen; kwaadspreken; lasteren; belasteren; schade berokkenen; smaden; schade toebrengen aan; nadeel toebrengen; leed berokkenen
- Salbung: zalving; oliesel
Wiktionary Translations for Krankensalbung:
Krankensalbung
noun
-
één van de zeven sacramenten van de Rooms-katholieke Kerk alsmede van de orthodoxe Kerken dat door een priester wordt toegediend aan zieken die in doodsgevaar verkeren