Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: beengen

German and Dutch Translation Search Results for beengen

Summary

German to Dutch: more detail...

beengen:
- Wiktionary:
  beengen → beklemmen
  beengen → belemmeren, hinderen, storen, verstoren, storing veroorzaken, defect maken, in disorde brengen, in verwarring brengen, rommelen

German

Suggestions for beengen in German

Spelling Suggestions for: beengen

beenden; bringen; bergen; beugen; bedingen; bezeugen; belegen; befangen; beende; beeilen

Wiktionary Translations for beengen:

beengen

verb

een bedrukt gevoel geven
- beklemmen → beengen; bedrücken

Cross Translation:

From	To	Via
• beengen	→ belemmeren; hinderen; storen; verstoren; storing veroorzaken; defect maken; in disorde brengen; in verwarring brengen; rommelen	↔ déranger — Traductions à trier suivant le sens
• beengen	→ belemmeren; hinderen; storen; verstoren	↔ gêner — Causer de la gêne

External Machine Translations:

Dutch

Detailed Translations for beengen from Dutch to German

beengen: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

been: Knochen; Gebeine; Verlängerung einer Ecke
gen: Gen

Spelling Suggestions for: beengen

brengen; bedongen; bezagen; bewogen; beesten; beogen; bedingen; bevangen; bergen; bejegen

External Machine Translations: