Erstatten: translate German

Remove Ads

Summary

German to Dutch: more detail...

erstatten:
- compenseren; vergoeden; goedmaken; uitgeven; uitbrengen; restitueren
Wiktionary:
- erstatten → rembourseren, vergoeden

German

Detailed Translations for erstatten from German to Dutch

erstatten:

erstatten verb

erstatten (kompensieren; ersetzen; vergüten; ausgleichen; wiedergutmachen; gutmachen; einbringen; entgelten; sühnen; belohnen; honorieren; abbüßen)
compenseren; vergoeden; goedmaken
- compenseren verb (compenseer, compenseert, compenseerde, compenseerden, gecompenseerd)
- vergoeden verb (vergoed, vergoedt, vergoedde, vergoedden, vergoed)
- goedmaken verb (maak goed, maakt goed, maakte goed, maakten goed, goedgemaakt)
erstatten (ausgeben; ausbringen; herausbringen; abgeben)
uitgeven; uitbrengen
- uitgeven verb
- uitbrengen verb (breng uit, brengt uit, bracht uit, brachten uit, uitgebracht)
erstatten (zurückzahlen; rückerstatten; zurückgeben; zurückerstatten; wiedergeben)
restitueren
- restitueren verb (restitueer, restitueert, restitueerde, restitueerden, gerestitueerd)

Translation Matrix for erstatten:

Noun	Related Translations	Other Translations
compenseren		Ausgleichen; Kompensieren; Vergüten
goedmaken		Ausgleichen; Gutmachen
restitueren		Rückerstatten; Vergüten
uitgeven		Ausgeben; Herausgeben; Publizieren; Veröffentlichen
vergoeden		Ausgleichen; Kompensieren; Rückerstatten; Vergüten
Verb	Related Translations	Other Translations
compenseren	abbüßen; ausgleichen; belohnen; einbringen; entgelten; ersetzen; erstatten; gutmachen; honorieren; kompensieren; sühnen; vergüten; wiedergutmachen
goedmaken	abbüßen; ausgleichen; belohnen; einbringen; entgelten; ersetzen; erstatten; gutmachen; honorieren; kompensieren; sühnen; vergüten; wiedergutmachen	Freiden schließen; abbüßen; abhelfen; aufarbeiten; aufbessern; ausbauen; ausbessern; beilegen; berichtigen; bessern; deichseln; ergänzen; erneuern; fixen; flicken; gutmachen; hinkriegen; innovieren; korrigieren; montieren; renovieren; reparieren; restaurieren; sühnen; verbessern; vervollkommnen; wiederaufbauen; wiedereinsetzen; wiederherstellen
restitueren	erstatten; rückerstatten; wiedergeben; zurückerstatten; zurückgeben; zurückzahlen
uitbrengen	abgeben; ausbringen; ausgeben; erstatten; herausbringen	anzeigen; bekanntgeben; bekanntmachen; petzen; verpfeifen; verraten; veröffentlichen
uitgeven	abgeben; ausbringen; ausgeben; erstatten; herausbringen	aufwenden; ausgeben; beim publikum einführen; lancieren; spendieren
vergoeden	abbüßen; ausgleichen; belohnen; einbringen; entgelten; ersetzen; erstatten; gutmachen; honorieren; kompensieren; sühnen; vergüten; wiedergutmachen	abkaufen; entschädigen; zurückzahlen

Synonyms for "erstatten":

entschädigen
abgelten; ausgleichen; begleichen; bezahlen; herausgeben; retournieren; rückvergüten; zurückgeben; zurückzahlen

Wiktionary Translations for erstatten:

Cross Translation:

From	To	Via
• erstatten	→ rembourseren; vergoeden	↔ reimburse — to compensate with pay or money; especially, to repay money spent on one's behalf

Remove Ads

German and Dutch Translation Search Results for erstatten

Detailed Translations for erstatten from German to Dutch

erstatten:

erstatten verb

erstatten (kompensieren; ersetzen; vergüten; ausgleichen; wiedergutmachen; gutmachen; einbringen; entgelten; sühnen; belohnen; honorieren; abbüßen)

erstatten (ausgeben; ausbringen; herausbringen; abgeben)

erstatten (zurückzahlen; rückerstatten; zurückgeben; zurückerstatten; wiedergeben)

Translation Matrix for erstatten:

Synonyms for "erstatten":

Wiktionary Translations for erstatten: