German
Detailed Translations for Betriebseinrichtung from German to Dutch
Betriebseinrichtung: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Betrieb: bedrijf; zaak; onderneming; firma; handelsbedrijf; maatschappij; vennootschap; coöperatie; maatschap; handelshuis; fabriek; drukte; gedrang; toeloop; toevloed; ophef; kouwe drukte; leven; lawaai; spektakel; herrie; rumoer; kabaal
- Einrichtung: inrichting; versiering; aankleding; decoratie; instelling; organisatie; instantie; lichaam; indeling; opstelling; arrangement; ordening; schikking; rangschikking; gesticht; gekkenhuis; psychiatrische inrichting; dolhuis; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; zorg; verzorging; verpleging; kenteken; merkteken; onderscheidingsteken
- betreiben: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; begaan; per ongeluk doen; doorzetten; de liefde bedrijven; doordouwen