Summary
German to Dutch: more detail...
- Stil:
- Wiktionary:
Dutch to German: more detail...
- stil:
- Stil:
- stillen:
-
Wiktionary:
- stil → ruhig, still, unbeweglich
- stil → still, ruhig, leise, gelassen, gemütlich, fromm, sanft
- stillen → besänftigen
- stillen → besänftigen, dämpfen, züchtigen
German
Detailed Translations for Stil from German to Dutch
Stil:
-
der Stil (Schreibstil; Schreibweise)
-
der Stil (Formatvorlage)
Translation Matrix for Stil:
Noun | Related Translations | Other Translations |
manier van schrijven | Schreibstil; Schreibweise; Stil | |
schrijfstijl | Schreibstil; Schreibweise; Stil | |
schrijftrant | Schreibstil; Schreibweise; Stil | |
stijl | Formatvorlage; Stil | Gitter; Gitterstab; Gitterwerk; Lebensführung; Lebensstil; Lebensweise; Stab; Stange; Vergitterung |
Synonyms for "Stil":
Related Translations for Stil
Dutch
Detailed Translations for Stil from Dutch to German
stil:
-
stil (stilzwijgend; zwijgend)
-
stil (sereen; rustig; vreedzaam; vredig; bedaard; kalm; kalmpjes)
-
stil (geluidloos; ongezien; ongemerkt; geruisloos; zachtjes; stilletjes)
-
stil (gedeisd; rustig; bedaard; kalm)
-
stil (zonder geluid; geluidloos)
ruhig; still; leise; geräuschlos; lautlos; ohne Geräusch; schweigend; schweigsam; tonlos; klanglos-
ruhig adj
-
still adj
-
leise adj
-
geräuschlos adj
-
lautlos adj
-
ohne Geräusch adj
-
schweigend adj
-
schweigsam adj
-
tonlos adj
-
klanglos adj
-
-
stil (taciturn; gesloten; zwijgend; zwijgzaam; weinig spraakzaam)
Translation Matrix for stil:
Related Words for "stil":
Synonyms for "stil":
Antonyms for "stil":
Related Definitions for "stil":
Wiktionary Translations for stil:
stil
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stil | → still; ruhig; leise | ↔ quiet — with little sound |
• stil | → ruhig; still | ↔ quiet — not talking |
• stil | → leise | ↔ soft — of a sound |
• stil | → still | ↔ still — not moving |
• stil | → ruhig; gelassen; gemütlich; still; fromm; sanft | ↔ tranquille — Qui est paisible, calme, sans agitation. |
Stil:
Stil form of stillen:
Conjugations for stillen:
o.t.t.
- stil
- stilt
- stilt
- stillen
- stillen
- stillen
o.v.t.
- stilde
- stilde
- stilde
- stilden
- stilden
- stilden
v.t.t.
- heb gestild
- hebt gestild
- heeft gestild
- hebben gestild
- hebben gestild
- hebben gestild
v.v.t.
- had gestild
- had gestild
- had gestild
- hadden gestild
- hadden gestild
- hadden gestild
o.t.t.t.
- zal stillen
- zult stillen
- zal stillen
- zullen stillen
- zullen stillen
- zullen stillen
o.v.t.t.
- zou stillen
- zou stillen
- zou stillen
- zouden stillen
- zouden stillen
- zouden stillen
en verder
- ben gestild
- bent gestild
- is gestild
- zijn gestild
- zijn gestild
- zijn gestild
diversen
- stil!
- stilt!
- gestild
- stillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for stillen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
Blut stillen | stelpen; stillen | |
löschen | lessen; stillen | blussen; diskwalificeren; doven; lossen; royeren; smoren; uitblussen; uitdoven; uitladen; uitschakelen; uitsluiten; verwijderen |
stillen | lessen; stelpen; stillen | een baby zogen; tevreden stellen; vergenoegen; verzadigen; zich de buik vol eten; zogen |