Summary
German to Dutch: more detail...
-
bevormunden:
-
Wiktionary:
bevormunden → de baas over iemand spelen, betuttelen, bevoogden -
Synonyms for "bevormunden":
am Gängelband führen; am Gängelband halten; gängeln
entmündigen
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for bevormunden from German to Dutch
bevormunden: (*Using Word and Sentence Splitter)
bevormunden:
Synonyms for "bevormunden":
Wiktionary Translations for bevormunden:
bevormunden
verb
-
(transitiv) eine Person oder eine Gruppe von Personen (Staat, Staatsbürger, Gruppe etc.) nicht selbstständig denken, entscheiden oder handeln lassen
- bevormunden → de baas over iemand spelen; betuttelen; bevoogden