Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: entrüsten

German and Dutch Translation Search Results for entrüsten

Summary

German to Dutch: more detail...

entrüsten:
- Wiktionary:
  entrüsten → ergeren, verontwaardigen, aanstoken, irriteren, ophitsen, op stang jagen, prikkelen, sarren, plagen, agaceren
- Synonyms for "entrüsten":
  auf die Palme bringen; aufregen; die Freude verderben; empören; erzürnen; in Harnisch bringen; verstimmen; wütend machen; zur Weißglut bringen; zur Weißglut treiben; ärgern

German

Detailed Translations for entrüsten from German to Dutch

Spelling Suggestions for: entrüsten

entführten; enthüllten; enthäuten; entkräften; entrollten; entlasten; entzückten; entlausten; enthärten; entnervten

entrüsten:

Synonyms for "entrüsten":

auf die Palme bringen; aufregen; die Freude verderben; empören; erzürnen; in Harnisch bringen; verstimmen; wütend machen; zur Weißglut bringen; zur Weißglut treiben; ärgern

Wiktionary Translations for entrüsten:

Cross Translation:

From	To	Via
• entrüsten	→ ergeren; verontwaardigen; aanstoken; irriteren; ophitsen; op stang jagen; prikkelen; sarren; plagen; agaceren	↔ agacer — affecter d’une irritation nerveuse.

External Machine Translations:

Dutch

Suggestions for entrüsten in Dutch

Spelling Suggestions for: entrüsten

entten

External Machine Translations: