Summary
German to Dutch: more detail...
-
Dienstreise:
-
Wiktionary:
Dienstreise → zakenreis, dienstreis -
Synonyms for "Dienstreise":
Geschäftsreise
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for Dienstreise from German to Dutch
Dienstreise: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Dienst: dienst; gunst; mis; kerkviering; corvee; corveedienst; hulp; service; hulpverlening; bijstand; assistentie; handreiking; dienstbetoon; hulpbetoon
- Reise: reis; tocht; rit; expeditie; mars; toer; trektocht; gang; uitstapje; excursie; tournee; dagreis; route; koers; trip; rondreis; tour; rondrit; tochtje
- dienen: bedienen; opdienen; voorzetten; opdissen; aan tafel bedienen; gerieven
Spelling Suggestions for: Dienstreise
Dienstreise:
Synonyms for "Dienstreise":
Wiktionary Translations for Dienstreise:
Dienstreise
noun
-
eine Reise in dienstlichem Auftrag
- Dienstreise → zakenreis; dienstreis
External Machine Translations: