German
Detailed Translations for Fabelwesen from German to Dutch
Fabelwesen: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Fabel: sprookje; leugen; fictie; fabel; verzinsel; verdichting; bedenksel; verdichtsel; sprookjesverhaal
- Wesen: persoon; mens; wezen; individu; sterveling; iemand; mensenkind; personage; figuur; natuur; karakter; aard; mentaliteit; inslag; geaardheid; gemoed; inborst; midden; kern; essentie; temperament; gemoedsgesteldheid; gemoedsaard