Summary
German to Dutch: more detail...
-
Freibad:
-
Wiktionary:
Freibad → zwembad, zwemdok -
Synonyms for "Freibad":
Schwimmbad; Sommerbad; Bad; Badeanstalt
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for Freibad from German to Dutch
Freibad: (*Using Word and Sentence Splitter)
- frei: vrij; losbandig; ongebonden; ongebreideld; bandeloos; gratis; kosteloos; voor niets; pro deo; zonder kosten; in vrijheid; beschikbaar; vacant; disponibel; onafhankelijk; leeg; spontaan; vrijwillig; ledig; onbezet; onverplicht; onbedekt; uit vrije wil; onoverdekt; frank; rechttoe; open; toegankelijk; benaderbaar; onbelast; onbelast inkomen; genaakbaar; niet belast; vrij van schulden; onbewoond; ongestoord; vrijuit; ongehinderd; ongemoeid; onverstoord
- bad: bad
- Bad: badkamer
- Frei-: onbedekt; onoverdekt
Freibad:
Synonyms for "Freibad":
Wiktionary Translations for Freibad:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Freibad | → zwembad; zwemdok | ↔ swimming pool — Pool |