Summary
German to Dutch: more detail...
-
Menge:
- hoeveelheid; kwantiteit; aantal; partij; massa; grote hoeveelheid; berg; overvloed; hoop; verzameling; accumulatie; opeenhoping; sortering; stel; selectie; ophoping; kluit; heleboel; boel; menigte; bende; schare; horde; drom; stapel; opeenstapeling; opstapeling; kudde; troep; schaar; aardig wat; groot en dik stuk; homp; mensenmassa; oploopje; samenkomst; toeloop; set; benoemde set
- mengen:
-
Wiktionary:
- Menge → hoeveelheid, hoop, menigte, verzameling
- Menge → saldo, bedrag, hoeveelheid, kwantiteit, verzameling, set, overvloed, abundantie, onbekrompenheid, uitbundigheid, weligheid, massa, moker, smeedhamer, smidshamer, voorhamer, boel, drom, hoop, menigte, schare, stapel, tas, troep, grootheid, sterkte
- mengen → mengen, mixen, temperen, vermengen, verwarren, wassen, draaien, keren, omdraaien, ronddraaien, wenden, wentelen, zwenken, retourneren, terugbezorgen, terugsturen, terugwijzen, heruitzenden, omkeren
German
Detailed Translations for Menge from German to Dutch
Menge:
-
die Menge (Anzahl; Quantität; Zahl; Quantum)
-
die Menge (Partie)
-
die Menge (große Masse; Haufen; Berg; Masse)
-
die Menge (Ansammlung; Häufung; Haufen)
de verzameling; de accumulatie; de opeenhoping; de sortering; de massa; het stel; de selectie; de ophoping -
die Menge (Klumpen; Berg; Haufen)
-
die Menge (Haufen; Masse; Stapel)
-
die Menge (Horde; Haufen; Schar; Truppe)
-
die Menge (Stapel; Haufen; Ansammlung; Häufung; Masse; Stoß)
-
die Menge (Schar; Schwarm; Herde; Haufen; Horde; Trupp; Masse; Volksmenge)
-
die Menge
-
die Menge (großes und dickes Stück; Brocken; Klumpen)
-
die Menge (Trupp; Gedränge; Getreibe; Menschenmenge; Masse; Schar; Gemenge; Volksmenge)
-
die Menge (Ansammlung; Haufen; Stoß; Häufung; Masse)
-
die Menge (Andrang; Schar; Schwarm; Masse; Ansturm; Gedränge; Gewühl; Trupp; Volksmenge)
-
die Menge (benannte Menge)
Translation Matrix for Menge:
Synonyms for "Menge":
Wiktionary Translations for Menge:
Menge
Cross Translation:
noun
-
de kwantiteit waarin iets aanwezig is
-
grote hoeveelheid
-
een grote groep mensen dicht op elkaar
-
wiskundige verzameling
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Menge | → saldo; bedrag; hoeveelheid | ↔ amount — total or sum of items |
• Menge | → hoeveelheid | ↔ amount — quantity or volume |
• Menge | → hoeveelheid; kwantiteit | ↔ quantity — fundamental, generic term used when referring to the measurement |
• Menge | → verzameling; set | ↔ set — set theory: collection of objects |
• Menge | → overvloed; abundantie; onbekrompenheid; uitbundigheid; weligheid | ↔ abondance — Grande quantité |
• Menge | → massa; moker; smeedhamer; smidshamer; voorhamer; boel; drom; hoop; menigte; schare; stapel; tas; troep | ↔ masse — amas de plusieurs parties qui faire corps ensemble. |
• Menge | → abundantie; overvloed | ↔ profusion — grand abondance. |
• Menge | → hoeveelheid; kwantiteit; boel; grootheid; sterkte | ↔ quantité — Tout ce qui peut être mesurer ou nombré, de tout ce qui est susceptible d’accroissement ou de diminution. |
Menge form of mengen:
-
mengen (vermengen; mischen; vermischen; anrühren)
-
mengen (durcheinanderbringen; mischen; durchschütteln)
Conjugations for mengen:
Präsens
- menge
- mengst
- mengt
- mengen
- mengt
- mengen
Imperfekt
- mengte
- mengtest
- mengte
- mengten
- mengtet
- mengten
Perfekt
- habe gemengt
- hast gemengt
- hat gemengt
- haben gemengt
- habt gemengt
- haben gemengt
1. Konjunktiv [1]
- menge
- mengest
- menge
- mengen
- menget
- mengen
2. Konjunktiv
- mengte
- mengtest
- mengte
- mengten
- mengtet
- mengten
Futur 1
- werde mengen
- wirst mengen
- wird mengen
- werden mengen
- werdet mengen
- werden mengen
1. Konjunktiv [2]
- würde mengen
- würdest mengen
- würde mengen
- würden mengen
- würdet mengen
- würden mengen
Diverses
- meng!
- mengt!
- mengen Sie!
- gemengt
- mengend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Translation Matrix for mengen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
mengen | Mengen; Mischen; Mixen; Vermischen | |
vermengen | Mengen; Mischen; Mixen; Vermischen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
door elkaar schudden | durcheinanderbringen; durchschütteln; mengen; mischen | |
dooreenmengen | anrühren; mengen; mischen; vermengen; vermischen | |
husselen | durcheinanderbringen; durchschütteln; mengen; mischen | |
hutselen | durcheinanderbringen; durchschütteln; mengen; mischen | |
mengen | anrühren; mengen; mischen; vermengen; vermischen | bemühen |
vermengen | anrühren; mengen; mischen; vermengen; vermischen |
Synonyms for "mengen":
Wiktionary Translations for mengen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• mengen | → mengen; mixen; temperen; vermengen; verwarren; wassen | ↔ mélanger — Unir plusieurs choses ensemble pour former un tout |
• mengen | → draaien; keren; omdraaien; ronddraaien; wenden; wentelen; zwenken; retourneren; terugbezorgen; terugsturen; terugwijzen; heruitzenden; mengen; mixen; temperen; vermengen; verwarren; wassen; omkeren | ↔ retourner — aller de nouveau en un lieu. |
External Machine Translations: