Summary
German to Dutch: more detail...
-
Triebwagen:
-
Wiktionary:
Triebwagen → motorrijtuig -
Synonyms for "Triebwagen":
Triebzug
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for Triebwagen from German to Dutch
Triebwagen: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Trieb: plezier; genoegen; genot; lust; pret; leut; jool; schoot; spruit; stek; scheut; loot; stekje; plantestekje; jonge plant; drift; instinct; rank; ranken; aandrift; seksuele begeerte; voortgedreven vee; drijven van vee
- wagen: durven; wagen; avonturen; riskeren; avonturieren
- Wagen: auto; wagen; kar; vehikel; voertuig; rijtuig; durven; kinderwagen; karretje; wagentje; paardenwagen
- treiben: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; begaan; uitspoken; per ongeluk doen; verbouwen; planten; kweken; genereren; voortbrengen; fokken; telen; aanplanten; opkweken; aankweken; procreëren; lenen; opstaan; ontlenen; rijzen; de liefde bedrijven; gaan staan; omhoogrijzen; uithalen; losmaken; uittrekken; tornen; loskrijgen; lostornen; functioneren
- auseinandertreiben: scheiden; uit elkaar gaan; uiteengaan; van elkaar gaan; uiteendrijven; uit elkaar stuiven; uiteenstuiven; uiteenvliegen; uit elkaar vliegen