Summary
German to Dutch: more detail...
- Zuwachs:
-
Wiktionary:
- Zuwachs → aangroei, aanwas
- Zuwachs → aangroei, vermeerdering, toename, uitbreiding, uitbouwing, vergroting, aanwas, ontwikkeling, gestalte, groei, accres, wasdom
German
Detailed Translations for Zuwachs from German to Dutch
Zuwachs:
-
der Zuwachs (Zunahme; Ansteigung; Anwachsen; Ansteigen)
de verhoging; vermedevuldigen; de toeneming; de stijging; de toename; de aanwinst; de uitbreiding; de aangroei; groter worden; de groei; de expansie; de vermeerdering; de aanwas; de versterking -
der Zuwachs (Expansion; Wachstum; Zunahme; Ausdehnung)
-
der Zuwachs (Entwicklung; Bildung; Fortschritt; Fortgang; Ausbildung; Aufstieg; Entstehung; Erziehung; Entwürfe; Ansteigung; Blüte; Fortgänge; Wachstum; Erhöhung; Entfaltung; Zunahme; Entstehen)
Translation Matrix for Zuwachs:
Synonyms for "Zuwachs":
Wiktionary Translations for Zuwachs:
Zuwachs
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Zuwachs | → aangroei; vermeerdering; toename; uitbreiding; uitbouwing; vergroting; aanwas; ontwikkeling; gestalte; groei; accres; wasdom | ↔ accroissement — action de croitre, de se développer. |
• Zuwachs | → ontwikkeling; aanwas; aangroei; gestalte; groei; toename; accres | ↔ développement — action de développer, de se développer ou résultat de cette action, au propre et au figuré. |