German
Detailed Translations for Anlagegüter from German to Dutch
Anlagegüter: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Anlage: bijlage; toelichting; aanvulling; additie; meezending; investering; belegging; geldbelegging; activa; activum; Bijlage; vaste activa
- Güter: waar; waren; goederen; koopwaar; handelswaar; handelsgoederen; zaken; dingen; spullen; goedje; zaakjes; bezittingen; eigendommen; vastgoed; onroerende zaken; onroerende goederen; verbruiksgoederen
Wiktionary Translations for Anlagegüter:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Anlagegüter | → activa | ↔ assets — any property or object of value that one possesses |