German
Detailed Translations for Durchbrucharbeit from German to Dutch
Durchbrucharbeit: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Durchbruch: doorbreken; doorbraak; doorbreking; dijkbreuk
- Arbeit: taak; inspanning; ambacht; werk; vak; beroep; werkstuk; verhandeling; hobby; activiteit; arbeid; bezigheid; werkzaamheid; bedrijvigheid; baan; werkplek; werkkring; job; karwei; loonwerk; loonarbeid; klusje; karweitje; gisting; krachttoer
Wiktionary Translations for Durchbrucharbeit:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Durchbrucharbeit | → opening | ↔ jour — Percement par lequel la lumière peut pénétrer |