Summary
German to Dutch: more detail...
-
Nothilfe:
-
Wiktionary:
Nothilfe → uitweg, redmiddel, slimmigheid, eerste hulp, EHBO
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for Nothilfe from German to Dutch
Nothilfe: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Not: nood; noodtoestand; behoeftigheid; noodwendigheid; zorgen; problemen; sores; ongeluk; ramp; pech; tegenslag; moeilijkheden; ellende; terugslag; onheil; tegenspoed; rampspoed; malheur; onspoed; gebrek; armoede; misère; kwel; kommer
- hilfe: help
- Hilfe: hulp; assistent; helper; secondant; ondersteuning; steun; bijstand; support; schoonmaakster; poetsvrouw; werkster; dienstbetoon; hulpbetoon; maatschappelijke hulpverlening; hulpverlening; assistentie; handreiking; knecht; hulpje; help; maatschappelijk werk; steunpilaar; toeverlaat; steunuitkering; online-Help
Wiktionary Translations for Nothilfe:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Nothilfe | → uitweg; redmiddel; slimmigheid | ↔ expedient — a means for achieving an end |
• Nothilfe | → eerste hulp; EHBO | ↔ first aid — basic care |