Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Tagesschau:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Tagesschau from German to Dutch

Tagesschau:

Tagesschau [die ~] noun

  1. die Tagesschau (Nachrichten)
    het journaal; het nieuwsjournaal
  2. die Tagesschau (Nachrichten)
    het nieuws; het televisiejournaal

Translation Matrix for Tagesschau:

NounRelated TranslationsOther Translations
journaal Nachrichten; Tagesschau Erfassung; Journal; Logbuch; Meldung; Nachricht; Neuigkeit; Schiffsjournal; Tagebuch
nieuws Nachrichten; Tagesschau Meldung; Nachricht; Nachrichten; Neuigkeit; Neuigkeiten
nieuwsjournaal Nachrichten; Tagesschau
televisiejournaal Nachrichten; Tagesschau

Wiktionary Translations for Tagesschau:

Tagesschau
noun
  1. een uitzending in de media waarin berichten over actuele ontwikkelingen worden verspreid aan het publiek