Summary
German to Dutch: more detail...
-
falsch einstellen:
-
Wiktionary:
falsch einstellen → ontstemmen
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for falsch einstellen from German to Dutch
falsch einstellen: (*Using Word and Sentence Splitter)
- falsch: fout; verkeerd; mis; foutief; ernaast; onjuist; ten onrechte; onwaar; gemeen; stiekem; sluw; achterbaks; geslepen; geraffineerd; geniepig; listig; leep; slinks; doortrapt; gewiekst; snood; uitgekookt; gehaaid; gluiperig; vals; ongepast; onecht; nagemaakt; bedriegelijk; gefingeerd; onkies; onvertogen; slecht; kwaadwillig; met slechte intentie; valselijk; abuis; niet echt; laag; laaghartig; onedel; niet hoog; laag-bij-de-grond; grof; link; plat; lomp; banaal; triviaal; vunzig; schunnig; platvloers; arglistig; tweetongig
- fälsch: nep; vervalst
- Einstellen: regelen; afstemmen; instellen; afstellen; inregelen; aanpassing; bijstelling; plaatsing; het plaatsen; inhuren; huren van persoon
- einstellen: plaatsen; zetten; leggen; neerleggen; neerzetten; deponeren; stationeren; instellen; benoemen; aanstellen; installeren; afstemmen; afstellen; aannemen; aantrekken; inhuren; in dienst nemen; uitzenden; detacheren; tewerkstellen; annuleren; intrekken; afzeggen; afgelasten; nietig verklaren; afbestellen; stoppen; halt houden; bewaren; wegzetten; onderuit halen; opzij leggen; staken; werkonderbreken; het werk neerleggen als protest
Wiktionary Translations for falsch einstellen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• falsch einstellen | → ontstemmen | ↔ désaccorder — mettre en désaccord; parler de fiancés qui rompre leur engagement mutuel. |
• falsch einstellen | → ontstemmen | ↔ indisposer — affecter d’une indisposition. |