Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: passiv

German and Dutch Translation Search Results for passiv

Summary

German to Dutch: more detail...

passiv:
- passief; lijdelijk; geduldig; kalm afwachtend; berustend; gelaten
Wiktionary:
- passiv → lijdelijk
- passiv → passief, lijdelijk

German

Detailed Translations for passiv from German to Dutch

passiv:

passiv adj

passiv (untätig)
passief; lijdelijk
- passief adj
- lijdelijk adj
passiv
passief
- passief adj
passiv (gelassen; geduldig; fügsam; langmütig; sich fügend)
geduldig; kalm afwachtend
- geduldig adj
- kalm afwachtend adj
passiv (sich fügend)
berustend; gelaten; lijdelijk
- berustend adj
- gelaten adj
- lijdelijk adj

Translation Matrix for passiv:

Adjective	Related Translations	Other Translations
geduldig	fügsam; geduldig; gelassen; langmütig; passiv; sich fügend
gelaten	passiv; sich fügend	geduldig; gelassen; langmütig; stoisch
lijdelijk	passiv; sich fügend; untätig
passief	passiv; untätig
Modifier	Related Translations	Other Translations
berustend	passiv; sich fügend
kalm afwachtend	fügsam; geduldig; gelassen; langmütig; passiv; sich fügend

Synonyms for "passiv":

bequem; faul; müßig; phlegmatisch; pomadig; tatenlos; träge; untätig
brachliegend; inaktiv; unbeschäftigt
apathisch; lethargisch; schwerfällig; teilnahmslos
leidend

Wiktionary Translations for passiv:

passiv

adjective

zonder verzet ongemak verdragend
- lijdelijk → passiv

Cross Translation:

From	To	Via
• passiv	→ passief	↔ passive — not active, but acted upon
• passiv	→ passief	↔ passive — taking no action
• passiv	→ passief	↔ passive — grammar: being in the passive voice
• passiv	→ lijdelijk; passief	↔ passif — Qui souffrir, qui subir l’action, l’impression.