Summary
German to Dutch: more detail...
-
scharf machen:
-
Wiktionary:
scharf machen → aanzetten, slijpen, scherpen, wetten -
Synonyms for "scharfmachen":
scharf machen; scharf schalten; scharf stellen; scharfschalten; scharfstellen -
Synonyms for "scharf machen":
schleifen; schärfen
scharf schalten; scharf stellen; scharfmachen; scharfschalten; scharfstellen
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for scharf machen from German to Dutch
scharf machen: (*Using Word and Sentence Splitter)
- scharf: warm; heet; scherp; fel; hevig; vurig; pikant; brandend; gloeiend; fonkelend; scherp van smaak; scherpgerand; hanig; vlijmend; felle; pittig; hel; smaak prikkelend; onvriendelijk; kattig; bits; vinnig; pinnig; snibbig; snauwerig; spinnig; wreed; hartig; onmenselijk; bruut; gekruid; kruidig; barbaars; monsterlijk; beestachtig; inhumaan; gepeperd; heftig; agressief; gewelddadig; sarcastisch; onstuimig; in hoge mate; bijtend; geducht; vlijmscherp; onbeheerst; inwerkend; messcherp; bijterig; met sarcasme; invretend; inbijtend; goed snijdend
- machen: maken; scheppen; in het leven roepen; produceren; vervaardigen; voortbrengen; fabriceren; functioneren