Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: zugehörig

German and Dutch Translation Search Results for zugehörig

Summary

German to Dutch: more detail...

zugehörig:
- bijbehorend; bijgesloten; behorende tot
Wiktionary:
- zugehörig → bijbehorend, bijkomend, bijkomstig, accessorisch, accessoir, hulp-, bij-, minder belangrijk, ver, zij-, zijdelings

German

Detailed Translations for zugehörig from German to Dutch

zugehörig:

zugehörig adj

zugehörig
bijbehorend; bijgesloten
- bijbehorend adj
- bijgesloten adj
zugehörig
behorende tot
- behorende tot adj

Translation Matrix for zugehörig:

Adjective	Related Translations	Other Translations
bijbehorend	zugehörig
bijgesloten	zugehörig	anbei; beigefügt; beigeschlossen
Modifier	Related Translations	Other Translations
behorende tot	zugehörig

Synonyms for "zugehörig":

verwandt
angegliedert; angeschlossen; einig; verbunden

Wiktionary Translations for zugehörig:

Cross Translation:

From	To	Via
• zugehörig	→ bijbehorend; bijkomend; bijkomstig; accessorisch; accessoir	↔ accessoire — Qui n’regarder que comme la suite, l’accompagnement ou la dépendance de quelque chose de principal.
• zugehörig	→ hulp-; bij-; minder belangrijk; ver; zij-; zijdelings; bijbehorend; bijkomend; bijkomstig; accessorisch; accessoir	↔ auxiliaire — à classer
• zugehörig	→ bijbehorend; bijkomend; bijkomstig; accessorisch; accessoir	↔ secondaire — Qui est accessoire, qui ne venir qu’en second.