Summary
German to Dutch: more detail...
- Adjektiv:
-
Wiktionary:
- Adjektiv → adjectief, adjectivum, bijvoeglijk naamwoord
- Adjektiv → adjectief, bijvoeglijk naamwoord, bijvoeglijk
German
Detailed Translations for Adjektiv from German to Dutch
Adjektiv:
-
Adjektiv
Translation Matrix for Adjektiv:
Noun | Related Translations | Other Translations |
adjectief | Adjektiv | |
bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv |
Synonyms for "Adjektiv":
Wiktionary Translations for Adjektiv:
Adjektiv
Cross Translation:
noun
-
een woordsoort dat wordt gebruikt om een eigenschap of hoedanigheid van een zelfstandig naamwoord te benoemen
-
een woordsoort die wordt gebruikt om een eigenschap of hoedanigheid van een zelfstandig naamwoord te benoemen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Adjektiv | → adjectief; bijvoeglijk naamwoord | ↔ adjective — (grammar) a word that modifies a noun or describes a noun’s referent |
• Adjektiv | → bijvoeglijk | ↔ adjectival — of or relating to or functioning as an adjective |
• Adjektiv | → adjectief; bijvoeglijk naamwoord | ↔ adjectif — Grammaire (1) |
External Machine Translations: