Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Aufgang:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Aufgang from German to Dutch

Aufgang:

Aufgang [der ~] noun

  1. der Aufgang
    de opgang
    de trap
    – schuin bouwsel met treden waarlangs je naar boven of beneden kunt 1
    • trap [de ~ (m)] noun
      • hij gaat via de trap naar boven1
  2. der Aufgang (Treppe; Fußtritt; Eingangstreppe; )
    de trap
    – schuin bouwsel met treden waarlangs je naar boven of beneden kunt 1
    • trap [de ~ (m)] noun
      • hij gaat via de trap naar boven1
    het trapje

Translation Matrix for Aufgang:

NounRelated TranslationsOther Translations
opgang Aufgang
trap Abschnitt; Abtritt; Aufgang; Eingangstreppe; Fußtritt; Sprosse; Treppe Fußtritt; Stoß; Trap; Treppenlauf
trapje Abschnitt; Abtritt; Aufgang; Eingangstreppe; Fußtritt; Sprosse; Treppe

Synonyms for "Aufgang":


Wiktionary Translations for Aufgang:

Aufgang
noun
  1. het boven de horizon verschijnen van een hemellichaam