German
Detailed Translations for Charme from German to Dutch
Charme:
-
der Charme (Reiz; Bezauberung; Anmut; Zauber; Versuchung; Verführung)
de aantrekkelijkheid; de fascinatie; de betovering; de aanlokkelijkheid; de bekoring; de bekoorlijkheid
Translation Matrix for Charme:
Synonyms for "Charme":
External Machine Translations: