Translate Dienststelle from German to Dutch

Remove Ads

Summary

German to Dutch: more detail...

Dienststelle:
- organisatie; instelling; instantie; lichaam; positie; functie; baan; dienstbetrekking; job; instituut; dienst

German

Detailed Translations for Dienststelle from German to Dutch

Dienststelle:

Dienststelle [die ~] noun

die Dienststelle (Instanz; Einrichtung; Stelle; Anstalt; Amt)
de organisatie; de instelling; de instantie; het lichaam
- organisatie [de ~ (v)] noun
- instelling [de ~ (v)] noun
- instantie [de ~ (v)] noun
- lichaam [het ~] noun
die Dienststelle (Dienstverhältnis; Arbeitsverhältnis; Stellung)
de positie; de functie; de baan; de dienstbetrekking; de job
- positie [de ~ (v)] noun
- functie [de ~ (v)] noun
- baan [de ~ (m)] noun
- dienstbetrekking [de ~ (v)] noun
- job [de ~ (m)] noun
die Dienststelle (Institut)
het instituut; de dienst
- instituut [het ~] noun
- dienst [de ~ (m)] noun

Translation Matrix for Dienststelle:

Noun	Related Translations	Other Translations
baan	Arbeitsverhältnis; Dienststelle; Dienstverhältnis; Stellung	Arbeit; Arbeitsplatz; Bahn; Bahngleis; Chaussee; Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Funktion; Gleis; Piste; Position; Schienenweg; Stelle; Stellung; Straße; Straßenabschnitt; Strecke; Teilstrecke; Weg; Wirkungskreis
dienst	Dienststelle; Institut	Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Dienst; Dienstbarkeit; Dienstbereitschaft; Dienstfertigkeit; Dienstpflicht; Entgegenkommen; Folgsamkeit; Gefälligkeit; Gefügigkeit; Gehorsam; Genügsamkeit; Gottesdienst; Gunst; Messe; Schenkung; Sold; Spende; Stelle; Stiftung; Wohlwollen; Zuvorkommendheit; Zuwendung
dienstbetrekking	Arbeitsverhältnis; Dienststelle; Dienstverhältnis; Stellung
functie	Arbeitsverhältnis; Dienststelle; Dienstverhältnis; Stellung	Aufgabengebiet; Funktion; Rolle; Stellung
instantie	Amt; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Instanz; Stelle	Autorität
instelling	Amt; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Instanz; Stelle	Abstellung; Anordnung; Einstellung; Errichtung; Geistesverfassung; Gemütslage; Gemütszustand; Gleichschaltung; Gleichstellung; Gründung; Haltung; Mentalität; Scharf stellen; Stiftung
instituut	Dienststelle; Institut
job	Arbeitsverhältnis; Dienststelle; Dienstverhältnis; Stellung	Arbeit; Beschäftigung; Tätigkeit
lichaam	Amt; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Instanz; Stelle	Anatomie; Korpus; Körper; Leib; Rumpf
organisatie	Amt; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Instanz; Stelle	Anordnung; Aufbau; Aufeinanderfolge; Aufstellung; Bau; Einteilung; Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gestaltung; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Konstruktion; Korporation; Kreis; Ordnung; Organisation; Rangordnung; Runde; Struktur; System; Verein; Vereinigung; Zusammensetzung
positie	Arbeitsverhältnis; Dienststelle; Dienstverhältnis; Stellung	Beschaffenheit; Gemütszustand; Kondition; Lage; Position; Stand; Standort; Stellungnahme; Verfassung; Zustand

Synonyms for "Dienststelle":

Amt; Amtsstelle; Behörde

External Machine Translations:

Remove Ads

Translate Dienststelle from German to Dutch

Detailed Translations for Dienststelle from German to Dutch

Dienststelle:

Dienststelle [die ~] noun

die Dienststelle (Instanz; Einrichtung; Stelle; Anstalt; Amt)

die Dienststelle (Dienstverhältnis; Arbeitsverhältnis; Stellung)

die Dienststelle (Institut)

Translation Matrix for Dienststelle:

Synonyms for "Dienststelle":