Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Eisprung:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Eisprung from German to Dutch

Eisprung:

Eisprung [der ~] noun

  1. der Eisprung (Ovulation)
    de ovulatie

Translation Matrix for Eisprung:

NounRelated TranslationsOther Translations
ovulatie Eisprung; Ovulation

Synonyms for "Eisprung":


Wiktionary Translations for Eisprung:

Eisprung
noun
  1. het tijdstip dat de eicel door de eierstok wordt afgestoten
  2. het gereedkomen van een eicel uit de eierstok.