Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate Pension

Translate Pension from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Pension:
- pension; pensioen; kosthuis; ouderdomspensioen; jaargeld; a.o.w.-uitkering
Wiktionary:
- Pension → pensioen
- Pension → pension

German

Detailed Translations for Pension from German to Dutch

Pension:

Pension [die ~] noun

die Pension (Gasthof; Gästezimmer; Hotel; Gastzimmer; Fremdenzimmer; Hotelbetrieb)
het pension
- pension [het ~] noun
die Pension
het pensioen
- pensioen [het ~] noun
die Pension
het kosthuis
- kosthuis [het ~] noun
die Pension (Altersversorgung)
het ouderdomspensioen
- ouderdomspensioen [het ~] noun
die Pension (jährliche Zuwendung; Rente; Leibrente)
het jaargeld
- jaargeld [het ~] noun
die Pension (Arbeitsunfähigkeitsrente; Rente; jährliche Zuwendung)
a.o.w.-uitkering
- a.o.w.-uitkering [znw.] noun

Translation Matrix for Pension:

Noun	Related Translations	Other Translations
a.o.w.-uitkering	Arbeitsunfähigkeitsrente; Pension; Rente; jährliche Zuwendung
jaargeld	Leibrente; Pension; Rente; jährliche Zuwendung
kosthuis	Pension
ouderdomspensioen	Altersversorgung; Pension
pensioen	Pension
pension	Fremdenzimmer; Gasthof; Gastzimmer; Gästezimmer; Hotel; Hotelbetrieb; Pension

Synonyms for "Pension":

Bettenburg; Gasthaus; Gasthof; Hotel; Bleibe; Herberge; Unterkunft
Altersgeld; Altersrente; Alterssicherung; Altersversorgung; Rente; Ruhegehalt
Ruhestand

Wiktionary Translations for Pension:

Pension

noun

loon uitgesteld tot de tijd dat men niet langer actief is op de arbeidsmarkt
- pensioen → Pension

Cross Translation:

From	To	Via
• Pension	→ pension	↔ boarding house — private house for paying guests
• Pension	→ pension	↔ pension — boarding house

External Machine Translations: