Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate Schacht

Translate Schacht from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Schacht:
- schacht; liftkoker; groeve; mijnschacht; bommenluik
Wiktionary:
- Schacht → schacht, mijnwerkersvereniging
- Schacht → schacht

German

Detailed Translations for Schacht from German to Dutch

Schacht:

Schacht [der ~] noun

der Schacht (Schaft)
de schacht
- schacht [de ~ (m)] noun
der Schacht (Fahrstuhlschacht)
de liftkoker
- liftkoker [de ~ (m)] noun
der Schacht (Mine; Steinbruch; Hohlräume; Bruch; Grube; Bergwerk; Furche; Höhlung)
de groeve; de mijnschacht
- groeve [de ~] noun
- mijnschacht [de ~] noun
der Schacht
bommenluik
- bommenluik [znw.] noun

Translation Matrix for Schacht:

Noun	Related Translations	Other Translations
bommenluik	Schacht
groeve	Bergwerk; Bruch; Furche; Grube; Hohlräume; Höhlung; Mine; Schacht; Steinbruch	Bergwerk; Falz; Furche; Grube; Kannelüre; Rille; Rinne; Steinbruch
liftkoker	Fahrstuhlschacht; Schacht
mijnschacht	Bergwerk; Bruch; Furche; Grube; Hohlräume; Höhlung; Mine; Schacht; Steinbruch
schacht	Schacht; Schaft

Synonyms for "Schacht":

Grube

Wiktionary Translations for Schacht:

Schacht

noun

Bauwerk: hohler, meist senkrechter Raum
- Schacht → schacht
veraltet: Vereinigung von Handwerkern die auf Wanderschaft sind oder waren
- Schacht → mijnwerkersvereniging
Bergbau: vertikaler Grubenbau zu einem Stollen
- Schacht → schacht

Cross Translation:

From	To	Via
• Schacht	→ schacht	↔ shaft — long narrow passage sunk into the earth
• Schacht	→ schacht	↔ shaft — vertical passage housing a lift