Translate Strick from German to Dutch

Remove Ads

Summary

German to Dutch: more detail...

Strick:
- strop; galg; smeerlap; schoft; mispunt; naarling; smiecht; fielt; stinkerd; rotzak
- breigoed; breiwerk; breisel
Wiktionary:
- Strick → koord, lijn, snoer, touw, koorde

German

Detailed Translations for Strick from German to Dutch

Strick:

Strick [der ~] noun

der Strick (Galgen)
de strop; de galg
- strop [de ~] noun
- galg [de ~] noun
der Strick (Widerling; Schmutzfink; Stinker; Schweinigel; geriebeneKerl; Hundsfötter; Gauner; Schalk; Schmierfink; Schlingel; Schelm; Flegel; Halunke; Spitzbube; Iltis; Ekel; Ferkel; Lump; Taugenichts)
de smeerlap; de schoft; het mispunt; de naarling; de smiecht; de fielt; de stinkerd; de rotzak
- smeerlap [de ~ (m)] noun
- schoft [de ~ (m)] noun
- mispunt [het ~] noun
- naarling [de ~ (m)] noun
- smiecht [de ~ (m)] noun
- fielt [de ~ (m)] noun
- stinkerd [de ~ (m)] noun
- rotzak [de ~ (m)] noun

Strick [das ~] noun

Strick (Strickarbeit; Strickzeug)
breigoed; het breiwerk; het breisel
- breigoed [znw.] noun
- breiwerk [het ~] noun
- breisel [het ~] noun

Translation Matrix for Strick:

Noun	Related Translations	Other Translations
breigoed	Strick; Strickarbeit; Strickzeug
breisel	Strick; Strickarbeit; Strickzeug
breiwerk	Strick; Strickarbeit; Strickzeug
fielt	Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl	Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Hundsfott; Kriminelle; Lausbube; Lumpenkerl; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter
galg	Galgen; Strick
mispunt	Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl	Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl
naarling	Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl
rotzak	Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl
schoft	Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl	Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Grobian; Halunke; Hundsfott; Luder; Lump; Lumpenkerl; Miststück; Mistweib; Rabauke; Schlange; Schuft; Schulter; Schurke; Weibsstück; Widerling; elende Kerl
smeerlap	Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl	Aas; Drecksau; Dreckschwein; Dreckskerl; Dreckspatz; Ekel; Giftnudel; Grobian; Halunke; Hundsfott; Luder; Lump; Lumpenkerl; Miststück; Mistweib; Rabauke; Sau; Schlange; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schurke; Schweinigel; Weibsstück; Widerling; elende Kerl
smiecht	Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl	Hundsfott; Lumpenkerl
stinkerd	Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl	Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts
strop	Galgen; Strick

Synonyms for "Strick":

Seil; Tau; Trosse; Gerätschaft; Instrument; Werkzeug

Wiktionary Translations for Strick:

Cross Translation:

From	To	Via
• Strick	→ koord; lijn; snoer; touw; koorde	↔ corde — tortis fait ordinairement de chanvre et quelquefois de coton, de laine, de soie, d’écorce d’arbres, de poil, de crin, de jonc et d’autres matières pliantes et flexibles.

Remove Ads

Translate Strick from German to Dutch

Detailed Translations for Strick from German to Dutch

Strick:

Strick [der ~] noun

der Strick (Galgen)

der Strick (Widerling; Schmutzfink; Stinker; Schweinigel; geriebeneKerl; Hundsfötter; Gauner; Schalk; Schmierfink; Schlingel; Schelm; Flegel; Halunke; Spitzbube; Iltis; Ekel; Ferkel; Lump; Taugenichts)

Strick [das ~] noun

Strick (Strickarbeit; Strickzeug)

Translation Matrix for Strick:

Synonyms for "Strick":

Wiktionary Translations for Strick: