Summary
German to Dutch: more detail...
-
Verleumdung:
- laster; schande; smaad; oneer; achterklap; klap; roddels; roddelpraat; roddel; praatjes; geroddel; geklets; geklep; klets; geklap; hoongelach; hoon; lastertaal; eerroof
-
Wiktionary:
- Verleumdung → laster, belastering, diffamatie
- Verleumdung → belastering, laster, smaad
German
Detailed Translations for Verleumdung from German to Dutch
Verleumdung:
-
die Verleumdung (Schande; Laster; Lästerung; Schmach)
-
die Verleumdung (Klatsch; Gerede; Tratsch; Geschwätz; Geklatsch; Geplapper; Getratsche)
-
die Verleumdung (Wäscherei; Anschwärzung; Klatscherei; Plauderei; Lästerung; Einkalkulierung; Lästerrede)
-
die Verleumdung (Hohngelächter; Gejohle; Spott; Schande; Verhöhnung; Schmähung; Verspottung; Gespött; Lästerung; Johlen)
-
die Verleumdung (Lästerrede; Laster; Lästerung)
de lastertaal -
die Verleumdung
Translation Matrix for Verleumdung:
Synonyms for "Verleumdung":
Wiktionary Translations for Verleumdung:
Verleumdung
Cross Translation:
noun
Verleumdung
-
Rufschädigung durch falsche Aussagen oder Behauptungen
- Verleumdung → laster
noun
-
de daad van het belasteren.
-
laster, belastering
-
onterechte beweringen die iemand in een kwaad daglicht stellen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Verleumdung | → belastering | ↔ defamation — act of injuring another's reputation by any slanderous communication |
• Verleumdung | → laster; smaad | ↔ slander — false, malicious statement |
• Verleumdung | → laster | ↔ diffamation — Action de diffamer |
• Verleumdung | → laster | ↔ médisance — action de médire, de dire du mal de quelqu'un ou de quelque chose. |