Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. entgegensehen:


German

Detailed Translations for entgegensehen from German to Dutch

entgegensehen:

entgegensehen verb

  1. entgegensehen (erwarten; voraussehen; hoffen)
    verwachten; uitkijken naar; tegemoetzien; vooruitzien
    • verwachten verb (verwacht, verwachtte, verwachtten, verwacht)
    • uitkijken naar verb (kijk uit naar, kijkt uit naar, keek uit naar, keken uit naar, uitgekeken naar)
    • tegemoetzien verb (zie tegemoet, ziet tegemoet, zag tegemoet, zagen tegemoet, tegemoet gezien)
    • vooruitzien verb (zie vooruit, ziet vooruit, zag vooruit, zagen vooruit, vooruitgezien)

Translation Matrix for entgegensehen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
tegemoetzien entgegensehen; erwarten; hoffen; voraussehen
uitkijken naar entgegensehen; erwarten; hoffen; voraussehen ausschauen; ausspähen; sich freuen auf etwas; spähen
verwachten entgegensehen; erwarten; hoffen; voraussehen
vooruitzien entgegensehen; erwarten; hoffen; voraussehen

Synonyms for "entgegensehen":

  • auf etwas spekulieren; eingestellt sein auf; erwarten; mit etwas rechnen