Summary
German to Dutch: more detail...
- formulieren:
-
Wiktionary:
- formulieren → formuleren
- formulieren → formuleren, verwoorden
German
Detailed Translations for formulieren from German to Dutch
formulieren:
-
formulieren (in Worte fassen; ausdrücken)
-
formulieren (ausdrücken; verbalisieren; in Worte fassen)
-
formulieren (ausdrücken; in Worte fassen)
-
formulieren (artikulieren)
Conjugations for formulieren:
Präsens
- formuliere
- formulierst
- formuliert
- formulieren
- formuliert
- formulieren
Imperfekt
- formulierte
- formuliertest
- formulierte
- formulierten
- formuliertet
- formulierten
Perfekt
- habe formuliert
- hast formuliert
- hat formuliert
- haben formuliert
- habt formuliert
- haben formuliert
1. Konjunktiv [1]
- formuliere
- formulierest
- formuliere
- formulieren
- formulieret
- formulieren
2. Konjunktiv
- formulierte
- formuliertest
- formulierte
- formulierten
- formuliertet
- formulierten
Futur 1
- werde formulieren
- wirst formulieren
- wird formulieren
- werden formulieren
- werdet formulieren
- werden formulieren
1. Konjunktiv [2]
- würde formulieren
- würdest formulieren
- würde formulieren
- würden formulieren
- würdet formulieren
- würden formulieren
Diverses
- formuliere!
- formuliert!
- formulieren Sie!
- formuliert
- formulierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Translation Matrix for formulieren:
Synonyms for "formulieren":
Wiktionary Translations for formulieren:
formulieren
Cross Translation:
verb
-
in woorden omzetten
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • formulieren | → formuleren; verwoorden | ↔ formulate — to reduce to, or express in, a formula; to put in a clear and definite form of statement or expression |