Translate hilfst ein from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

German

Detailed Translations for hilfst ein from German to Dutch

einhelfen (einspringen; hineinspringen; springen)
inspringen
- inspringen verb (spring in, springt in, sprong in, sprongen in, ingesprongen)
einhelfen (einflüstern; raten; vorschlagen; anregen; eingeben; antreiben; nötigen; prophezeien; vorhersagen; suggerieren; vorsagen; zuraten; forttreiben; aufjagen; vorsichhertreiben; soufflieren; vorwärtstreiben)
ingeven; influisteren; souffleren
- ingeven verb (geef in, geeft in, gaf in, gaven in, ingegeven)
- influisteren verb (fluister in, fluistert in, fluisterde in, fluisterden in, ingefluisterd)
- souffleren verb (souffleer, souffleert, souffleerde, souffleerden, gesouffleerd)

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Verb	Related Translations	Other Translations
influisteren	anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten
ingeven	anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten	anordnen; anregen; ausmachen; begeistern; bestimmen; diktieren; einflößen; einflüstern; eingeben; ermessen; geben; inspirieren; jemandem etwas verabreichen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; verabreichen; veranschlagen; verordnen; vorschlagen; vorschreiben; zuraten; überschlagen
inspringen	einhelfen; einspringen; hineinspringen; springen	einziehen; tiefer stufen
souffleren	anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten