Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate sichbessern

Translate sichbessern from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

sichbessern:
- genezen van ziekte; helen; beteren; leven beteren

German

Detailed Translations for sichbessern from German to Dutch

sichbessern:

sichbessern verb

sichbessern (genesen; kurieren; gesunden)
genezen van ziekte; helen
- genezen van ziekte verb
- helen verb (heel, heelt, heelde, heelden, geheeld)
sichbessern (verbessern; aufbessern; bessern; kurieren; genesen; gesunden)
beteren; leven beteren
- beteren verb (beter, betert, beterde, beterden, gebeterd)
- leven beteren verb

Translation Matrix for sichbessern:

Verb	Related Translations	Other Translations
beteren	aufbessern; bessern; genesen; gesunden; kurieren; sichbessern; verbessern	abhelfen; aufbessern; ausbauen; ausbessern; berichtigen; bessern; ergänzen; erneuern; genesen; gesunden; korrigieren; kurieren; renovieren; verbessern; vervollkommnen
genezen van ziekte	genesen; gesunden; kurieren; sichbessern
helen	genesen; gesunden; kurieren; sichbessern	genesen; gestohlene Ware verkaufen; gesunden; hehlen; kurieren
leven beteren	aufbessern; bessern; genesen; gesunden; kurieren; sichbessern; verbessern