German

Detailed Translations for zurückbehalten from German to Dutch

zurückbehalten:

zurückbehalten verb (behalte zurück, behaltest zurück, behaltet zurück, behaltete zurück, behaltetet zurück, zurückbehalten)

  1. zurückbehalten (stehlen; klauen; entwenden; )
    stelen; pikken; verduisteren; wegpikken; jatten; ontvreemden; verdonkeremanen; vervreemden; inpikken; wegkapen; gappen; achterhouden; achteroverdrukken; wegfutselen
    • stelen verb (steel, steelt, stal, stalen, gestolen)
    • pikken verb (pik, pikt, pikte, pikten, gepikt)
    • verduisteren verb (verduister, verduistert, verduisterde, verduisterden, verduisterd)
    • wegpikken verb (pik weg, pikt weg, pikte weg, pikten weg, weggepikt)
    • jatten verb (jat, jatte, jatten, gejat)
    • ontvreemden verb (ontvreemd, ontvreemdt, ontvreemdde, ontvreemdden, ontvreemd)
    • verdonkeremanen verb (verdonkeremaan, verdonkeremaant, verdonkeremaande, verdonkeremaanden, verdonkeremaand)
    • vervreemden verb (vervreemd, vervreemdt, vervreemdde, vervreemdden, vervreemd)
    • inpikken verb (pik in, pikt in, pikte in, pikten in, ingepikt)
    • wegkapen verb (kaap weg, kaapt weg, kaapte weg, kaapten weg, weggekaapt)
    • gappen verb (gap, gapt, gapte, gapten, gegapt)
    • achterhouden verb (houd achter, houdt achter, hield achter, hielden achter, achtergehouden)
    • achteroverdrukken verb (druk achterover, drukt achterover, drukte achterover, drukten achterover, achterovergedrukt)
  2. zurückbehalten (offenhalten; vorbehalten; freihalten; )
    voorbehouden; reserveren
    • voorbehouden verb (behoud voor, behoudt voor, behield voor, behielden voor, voorbehouden)
    • reserveren verb (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)

Conjugations for zurückbehalten:

Präsens
  1. behalte zurück
  2. behaltest zurück
  3. behaltet zurück
  4. behalten zurück
  5. behaltet zurück
  6. behalten zurück
Imperfekt
  1. behaltete zurück
  2. behaltetest zurück
  3. behaltete zurück
  4. behalteten zurück
  5. behaltetet zurück
  6. behalteten zurück
Perfekt
  1. habe zurückbehalten
  2. hast zurückbehalten
  3. hat zurückbehalten
  4. haben zurückbehalten
  5. habt zurückbehalten
  6. haben zurückbehalten
1. Konjunktiv [1]
  1. behalte zurück
  2. behaltest zurück
  3. behalte zurück
  4. behalten zurück
  5. behaltet zurück
  6. behalten zurück
2. Konjunktiv
  1. behaltete zurück
  2. behaltetest zurück
  3. behaltete zurück
  4. behalteten zurück
  5. behaltetet zurück
  6. behalteten zurück
Futur 1
  1. werde zurückbehalten
  2. wirst zurückbehalten
  3. wird zurückbehalten
  4. werden zurückbehalten
  5. werdet zurückbehalten
  6. werden zurückbehalten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde zurückbehalten
  2. würdest zurückbehalten
  3. würde zurückbehalten
  4. würden zurückbehalten
  5. würdet zurückbehalten
  6. würden zurückbehalten
Diverses
  1. behalt zurück!
  2. behaltet zurück!
  3. behalten Sie zurück!
  4. zurückbehalten
  5. zurückbehaltend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for zurückbehalten:

NounRelated TranslationsOther Translations
inpikken Aneignen; Stibitzen
stelen Deichseln; Stengel; Stiele; Stielen
verduisteren Unterschlagung; Veruntreuung
VerbRelated TranslationsOther Translations
achterhouden entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten abschirmen; auf die Seite legen; behalten; beiseite legen; hinterziehen; kamouflieren; reservieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zur Seite legen; zurückhalten; zurücklegen; zurückstellen
achteroverdrukken entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten abhandenmachen; entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; stehlen; veruntreuen; wegnehmen; wegschnappen
gappen entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten abhandenmachen; abstauben; abstäuben; einstecken; enteignen; entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; stehlen; veruntreuen; wegnehmen; wegschnappen
inpikken entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten abhandenmachen; einstecken; entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; stehlen; veruntreuen; wegnehmen; wegschnappen
jatten entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten abhandenmachen; entwenden; grapschen; hinterziehen; klauen; klemmen; krallen; rauben; stehlen; veruntreuen; wegkappern; wegnehmen; wegschnappen
ontvreemden entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten abhandenmachen; entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; stehlen; veruntreuen; wegnehmen; wegschnappen
pikken entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten abhandenmachen; einstecken; entwenden; grapschen; hinterziehen; klauen; klemmen; krallen; rauben; stehlen; veruntreuen; wegkappern; wegnehmen; wegschnappen
reserveren auf die Seitelegen; beiseite legen; freihalten; offenhalten; vorbehalten; zur Seite legen; zurückbehalten; zurückhalten; zurücklegen; zurückstellen auf die Seite legen; beiseite legen; ein Reis buchen; ein Reis reservieren; reservieren; zur Seite legen; zurückhalten; zurücklegen; zurückstellen
stelen entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten abhandenmachen; abstauben; abstäuben; enteignen; entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; stehlen; veruntreuen; wegnehmen; wegschnappen
verdonkeremanen entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten abhandenmachen; entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; stehlen; veruntreuen; wegnehmen; wegschnappen
verduisteren entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten abhandenmachen; abschirmen; entwenden; hinterziehen; kamouflieren; klauen; rauben; stehlen; tarnen; unterschlagen; verbergen; verdunkeln; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; veruntreuen; wegnehmen; wegschnappen; zurückhalten
vervreemden entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten abhandenmachen; beseitigen; entfernen; entwenden; fortbringen; fortschaffen; hinterziehen; klauen; rauben; stehlen; vertreiben; veruntreuen; wegnehmen; wegschaffen; wegschnappen; wegtun
voorbehouden auf die Seitelegen; beiseite legen; freihalten; offenhalten; vorbehalten; zur Seite legen; zurückbehalten; zurückhalten; zurücklegen; zurückstellen
wegfutselen entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten
wegkapen entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten abhandenmachen; entwenden; grapschen; hinterziehen; klauen; klemmen; krallen; rauben; stehlen; veruntreuen; wegkappern; wegnehmen; wegschnappen
wegpikken entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten abhandenmachen; abstauben; abstäuben; enteignen; entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; stehlen; veruntreuen; wegnehmen; wegschnappen

Wiktionary Translations for zurückbehalten:


Cross Translation:
FromToVia
zurückbehalten openhouden; reserveren; vrijhouden; bespreken; boeken réservergarder, retenir quelque chose d’un tout, une chose entre plusieurs autres.