English
Detailed Translations for system crash from English to Dutch
system crash: (*Using Word and Sentence Splitter)
- system: systeem; stelsel; aanpak; werkwijze; methode; werkmethode; arbeidsmethodiek; gestel; constitutie
- crash: botsen; aanrijden; stoten op; op elkaar stoten; op elkaar knallen; botsing; aanrijding; collisie; breuk; scheur; barst; krak; klap; knal; kwak; dreun; smak; instorten; ineenstorten; aanvaring; verongelukken; afname; daling; val; terugloop; minder worden; instorting; debacle; ineenstorting; ineenzakking; beurskrach; krach; ontbinden; vastlopen; vergaan; verteren; rotten; verrotten; wegrotten; crashen; crash; vastloper
Wiktionary Translations for system crash:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• system crash | → crash | ↔ Absturz — Informatik, umgangssprachlich: Stillstand infolge eines schwer wiegenden Programmfehlers |